vrijdag 16 augustus 2013

College 3: omgebouwde methode-les

College 3 was het bewerken van een methode-les door middel van het procesfasenmodel. De les moest zo worden bewerkt dat er rekening gehouden werd met de belevingswereld van het kind, dat de inleiding motiverend was, er een duidelijk beeldend probleem was, er gestimuleerd werd tot eigen vormgeving, dat het beeldmateriaal adequaat gekozen was en de huidige tijd uitstraalt. We kregen de methodeles ''Herfst'' en hebben hem aangepast tot een familie-kijkdoos. Daarna gaf een ander groepje ons feedback.
 
 

 

Voorbereiding *
Context
Belevingswereld
Papa, mama, zus(je), broer(tje), neef, nicht, oom, tante, opa en oma.
Basisplan
Opdracht en randvoorwaarden
Kijkdoos met als thema familie.
Buitenkant foto's van ouders, opa en oma, tante's en oom's. Binnenkant knutsels van spullen die bij dat familielid horen. Bijvoorbeeld een cd die mama graag luistert, een stropdas van papa en de knuffel van je zusje.
Receptie
/Oriëntatie *
Introduceren
Beeldcultuur
Filmpje uit Teigertje's film over familie.
 
Beeldaspecten
Ontwikkelingsfasen
Informeren
Beeldbeschouwen
*
Instrueren
Beeldend Probleem
De doos moet  geverfd worden of beplakt met foto's. Het moet ook een stamboom zijn, niet horizontaal maar verticaal met pijltjes.
De binnenkant moet tenminste 6 geknutselde voorwerpen bevatten, gemaakt van gekleurd papier en lijm. De leerkracht maakt een gat in de doos (stanleymes) en de leerlingen kunnen daar een hart van maken.
Productie
/Uitvoering
Observeren
Beeldend Vermogen
Begeleiden
Werkprocessen
Afronden
Tijdsmanagement
Reflectie
/Nabeschouwing *
Nabespreken
Reflecteren
We bekijken verschillende kijkdozen per groepje. “Wat valt je op?” “Wat hebben jullie allemaal gezien?” ''Waarom zou ... die spullen erin hebben geknutseld?'' ''Welk voorwerp hoort bij welk familielid?''
*
Beoordelen
Beoordelingscriteria (matrix)
* De buitenkant van de doos moet  een verticale stamboom zijn van familiefoto's.
* De binnenkant van de kijkdoos bevat ten minste 6 voorwerpen die te maken hebben met je familie. 
 
Presenteren
Presentatievorm
Evaluatie
Evalueren
Opdracht en randvoorwaarden

Feedback andere groep

Is er rekening gehouden met de belevingswereld van het kind?

Ja, want elk kind heeft wel een aantal familieleden waarmee hij of zij dagelijks in contact is.

Is de inleiding motiverend voor kinderen?
Ja, want winnie de pooh ligt in de belevingswereld van kinderen en ze zijn benieuwd naar wat de knutselopdracht hiermee te maken heeft.

Is er sprake van een duidelijk beeldend probleem?
Ja, want de leerlingen moeten bedenken hoe een stamboom in elkaar zit en ten minste 6 voorwerpen knutselen.

Worden de leerlingen gestimuleerd tot eigen vormgeving?
Ja, want elke familie heeft andere kenmerken.

Is het beeldmateriaal adequaat gekozen?
Ja, want in het filmpje vraagt teigertje zich af hoe hij zijn familie kan herkennen en bij deze opdracht gaan we ook daarmee aan de slag.

Straalt het beeldmateriaal de huidige tijd uit?
Ja, want winnie de pooh is nu nog steeds populair onder kinderen.

Verbeterpunten.
Misschien iets meer criteria; de opdracht is alsnog vrij open.

Sterkste onderdeel.
Het maken van een stamboom is erg leerzaam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten